Het Stroomdiagram

Het stroomdiagram is een instrument voor het helder weergeven van het verloop van een proces. Een stroomdiagram is een plaatje van de afzonderlijke, op elkaar volgende stappen in een proces. Er worden gestandaardiseerde symbolen gebruikt. De Engelse term is process flowchart, of process flow diagram.

Wat is het stroomdiagram?

Het stroomdiagram is een generieke tool die voor verschillende doeleinden kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld om een productieproces te beschrijven in een fabriek, of voor het beschrijven van de route die materialen afleggen. Ook kan het gebruikt worden bij het nemen van beslissingen.

Wanneer gebruik je een stroomdiagram?

Hoe werkt het?

Door via grafische symbolen de stroom van activiteiten in een proces weer te geven, wordt een helder beeld verkregen van het verloop van een proces. Daarbij wordt gebruikgemaakt van gestandaardiseerde symbolen.

Stroomdiagram uitleg

Voorbeeld

Voor het regelen van een lunchafspraak bij een restaurant wordt het volgende stroomdiagram ontworpen:

Voorbeeld stroomdiagram

Voorbeelden met code

Code voorbeeld 1
$counter = 1

while ($counter -eq 5) {
    Write-Output "Counter: $counter"
    $counter++
} 
        
Code voorbeeld 2
$value = 10

if ($value -gt 5) {
    Write-Output "Waarde is groter dan 5"
} else {
    Write-Output "Waarde is 5 of kleiner"
} 
        

Aanpak

  1. Bepaal welk proces in kaart moet worden gebracht.
  2. Bepaal de grenzen van het proces; alles wat het proces in komt is invoer, alles wat het proces verlaat is uitvoer.
  3. Start het tekenen van het stroomdiagram met het terminalsymbool met daarin de tekst ‘start’.
  4. Teken daar rechtsonder het input/output-symbool waarin wordt aangegeven wat het proces binnenkomt en als ‘trigger’ werkt om het proces te starten.
  5. Teken nu de eerste activiteit in het processymbool, verbind dit via een lijn met het startsymbool en teken de lijn vanaf het input/output-symbool naar deze lijn.
  6. Volg nu alle activiteiten en beslissingen binnen het proces alsof je er een film van maakt.
  7. Documenten die worden gebruikt bij een processtap, worden met het documentsymbool aangegeven.
  8. Als een activiteit een controle betreft, kan in het parametersymbool worden aangegeven welke kenmerken er allemaal moeten worden gecontroleerd.
  9. Beëindig alle stromen die het proces verlaten met een terminalsymbool met de tekst ‘stop’.